‘Verkeerde man voor geweld Biestemerk veroordeeld’

(door Michiel Satink) Was het wel de 28-jarige B. die in oktober 2014 een man in Genemuiden vreselijk toetakelde? In hoger beroep vroeg hij het hof een uitspraak van de rechtbank in Zwolle terug te draaien. Volgens hem zitten de werkelijke daders lachend thuis.

Het slachtoffer zou in de nacht van de Biestemerk 2014 door zeker vier personen in zijn woning ernstig zijn toegetakeld. Kort ervoor had B. het aan de stok gehad met de vrouw van het latere slachtoffer. Volgens B. hadden ze de boel uitgesproken. Ze moesten ook wel, vond B. “We werkten bij hetzelfde bedrijf. Ik wilde het oplossen.” Kort erna werd er weer aangebeld bij de man. Hij wilde de deur nog dichtgooien maar een van de mogelijk vier kerels wist zijn voet er tussen te plaatsen. Volgens getuigen was dat een man in een grijze of lichtblauwe jas. En dat was volgens hen degene die kort ervoor ook al aan de deur stond: B.

Het slachtoffer ging binnen neer en werd vervolgens vreselijk toegetakeld in zijn woning. Ook zijn vrouw moest eraan geloven. Zij wierp zich bovenop het slachtoffer, “anders was ik er niet meer geweest”, zo bleek uit de slachtofferverklaring. Maandenlang kon het slachtoffer niet werken. En toen hij weer aan de slag kon, had hij er moeite mee om B. op de werkvloer tegen te komen. Uiteindelijk verloor het slachtoffer zijn baan. Hij liep anderhalf jaar rond met pijn in zijn hoofd. “Dit heeft mij voor het leven getekend”, las de vrouw van het slachtoffer voor.

Maar ook B. heeft last van de gevolgen, zei hij. Hij werd tot acht maanden cel waarvan de helft voorwaardelijk veroordeeld. Terwijl volgens hem de daders nu lachend thuis zitten. De advocaat-generaal liet doorschemeren het niet te begrijpen dat de officier van justitie destijds niet in beroep is gegaan tegen de vrijspraken van de drie andere verdachten. Ze gaf aan dat het politieonderzoek rommelde.

B. herhaalde woensdag tegenover de raadsheren van de Zwolse locatie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden dat getuigen in het donker hem met een ander verward hebben. Er gingen verhalen de ronde dat het slachtoffer kort ervoor had ingebroken in de woning van een het vermeende viertal dat die nacht zijn woning binnenviel, zo las de voorzitter voor. Die inbraak had volgens dit verhaal te maken met een hennepkwekerij. “Daar heb ik niets mee van doen”, zei B.

De advocaat-generaal meende dat de rechtbank de juiste straf heeft opgelegd. Er is sprake van zwaar lichamelijk letsel en diverse getuigen hebben B. bij de voordeur gezien. Volgens advocaat Jan Vlug is de veroordeling gebaseerd op verklaringen van getuigen die niet gezien hebben wat er binnen is gebeurd. Laat staan dat ze in het donker, in alle commotie, de juiste persoon eruit gepikt hebben. Een van de medeverdachten werd pas na zes maanden gehoord. Uitzonderlijk laat, volgens de raadsman. “U moet hier chocola van maken. Ik ben blij dat ik geen raadsheer ben.”

Vonnis op 14 november.